De noordelijke Maansknoop in het twaalfde huis


De noordelijke maansknoop in het twaalfde, de zuidelijke maansknoop in het zesde huis

Hier ondergaat het individu een crisis in zijn bewustzijn. Of hij zich daarvan nu bewust is of niet, een groot deel van zijn leven brengt hij diep in gedachten verzonken door.
Hij vindt de fysieke wereld uitputtend. Van tijd tot tijd heeft hij te maken met ziekten die hem uit de arena vol wedijver weghalen, en die zijn vermogen om te werken sterk aantasten.

Wanneer hij werkt, vindt hij de voorwaarden onverdragelijk. Hij voelt zich of onderbetaald, of op zijn minst niet gewaardeerd voor alles wat hij te bieden heeft. Hij raakt zo verwikkeld in de omstandigheden die Hem, wat hij ook aan het doen is, omgeven,, dat hij zijn houding tot zijn baan tot alle andere levensgebieden laat doordringen.
Hij heeft veel herinneringen uit vorige levens aan orde en organisatie, toch ziet hij overal waar hij gaat chaos.
In vorige incarnaties was hij een perfectionist die kritisch stond tegenover de wereld die hem omringde. De onvolmaaktheden die hij ziet verzwakken hem nu zo dat hij hen niet meer het hoofd kan bieden. Hij ervaart de wereld als iets dat hem niet alles geeft wat het zou kunnen.

Sommigen met deze maansknopen hebben de neiging medelijden met zichzelf te hebben, anderen koesteren een bittere wrok. Ze hebben jaloerse gevoelens jegens het welzijn van anderen, die het naar hun idee minder verdiend hebben dan zijzelf. Er ligt vaak een opgeblazen ego aan ten grondslag. Het zelf, zoals zich dat in vorige incarnaties ontwikkeld heeft, wordt nu als een vervolmaakt ideaalbeeld gezien, dat boven de rest van de mensheid uittorent.
Dit individu zal zichzelf maar zelden toegeven dat hij de neiging heeft op anderen neer te kijken. Toch ziet hij in stilte iedereen als minder perfect dan hijzelf is.
Hij is nog liever werkeloos dan dat hij een baan aanneemt die hij beneden zijn waardigheid vindt. Het staat echter vast dat omstandigheden hem toch zullen dwingen zulk werk te doen, zelfs al is het tegen zijn principes.

Omdat hij de neiging heeft zijn woede over het feit, dat hij zich naar beneden gehaald voelt, binnen in zich te houden, schept hij de ene ziekte na de andere, totdat hij zich uiteindelijk gerechtvaardigd voelt om zijn werkomstandigheden de schuld te geven van zijn slechte gezondheid.
Omdat hij een uit vorige incarnaties stammend gevoel met zich meedraagt dat de maatschappij hem verworpen heeft, ziet hij zichzelf als een verwaarloosd kind dat de kern van de rijkdom in het leven onthouden wordt, die er voor anderen wel is, maar op de een of andere manier niet voor hem. Hij besteedt teveel energie met te pogen anderen te beïndrukken en te weinig aan het ontwikkelen van een volheid in zichzelf. Meer dan wat ook zal hij moeten leren in zichzelf te schouwen, waar hij het antwoord zal vinden op al zijn problemen.

Veel mensen met deze maansknopen zien het leven aan zich voorbijgaan terwijl ze al te veel tijd en energie besteden aan allerlei onbeduidende gedachten. Er is een sterk restant aan nerveusheid uit vorige levens met de zuidelijke maansknoop in het zesde huis, waardoor dit individu letterlijk aan zichzelf knaagt in zijn pogen om elk klein detail dat onder zijn aandacht komt binnen zijn ordesysteem te verteren.
Hij moet een onderscheid leren maken tussen dat wat belangrijk is in termen van levenswaarden, en wat alleen maar voorbijgaande ongeregeldheden zijn, die na verloop van tijd gewoon zijn afgelopen.
Door zijn voortdurende twijfelen, schept hij voor zichzelf een sexueel probleem dat diep geworteld ligt in zijn angst te falen. Hij is zo weinig in staat om zijn angsten het hoofd te bieden, dat hij het probleem omzeilt door een patroon van abnormale sexuele responsen te ontwikkelen dat zijn gevoelens van inadequaatheid moet zien te maskeren.

Hoewel hij steeds probeert er boven uit te komen, blijft hij zichzelf zien als een hulpeloze kiezelsteen op een strand waar er nog duizenden liggen. In vorige levens was hij in staat zijn wereld te. beheersen. Nu lijkt de wereld groter dan hij zou willen en hij doet van alles om te voorkomen dat hij zich verhoudingsgewijs te klein voelt.

Hij begint te groeien op het moment waarop hij zichzelf niet alleen als een deel van een groter geheel gaat zien, maar ook ziet dat hij (n zichzelf de essentie van het hele universum met zich meedraagt. Hij moet zijn uit vorige levens stammende neiging om de wereld in kleine hokjes op te delen, te boven komen en binnen zichzelf naar de kiem van alles gaan zoeken. Daar zal hij dan de overvloedige rijkdom vinden die hij zo hartstochtelijk zocht.
Perioden van gedwongen alleen zijn helpen hem om een hoger bewustzijn te bereiken, waardoor hij uiteindelijk leert dat de dingen verschillend kunnen zijn zonder dat het één beter of slechter hoeft te zijn dan het ander.
Door diep in zijn binnenste afte dalen zal hij zich bewust worden van het feit dat alle levensvoorwaarden volledig afhankelijk zijn van de mate waarin hij zijn behoefte om de wereld omver te werpen kan loslaten en zijn energieën ombuigt in omverwerping van zichzelf.

Hij doet er goed aan zichzelf onder te dompelen in het werk van een grote instelling, waar hij een groepsbewustzijn kan ontwikkelen dat zich richt op de collectieve goederen van het geheel in plaats van het blijven ronddwalen in de opeengestapelde overblijfselen van zijn uit vorige levens stammende bittere gevoelens.
Hij zal vele malen getest worden op gebieden die hem helpen om deemoed te ontwikkelen, todat hij tenslotte ziet dat het oordelen over anderen, alleen maar zijn eigen geluk in de weg staat.
Zijn karma uit vorige levens zal uitgewist zijn wanneer hij leert hoe hij mee moet geven in plaats van toe te laten dat zijn leven elke keer zichzelf onderbreekt met nietszeggende beroeringen. Hij moet zichzelf afstemmen op de essentie van het universum in plaats van te proberen alles op te bergen en in te delen in kleine vakjes. Die hokjes zijn net kaartenhuizen en pas wanneer die in elkaar storten, gaat hij beseffen dat het doel van zijn leven erg ver weg ligt van wat hij oorspronkelijk dacht.
Hij kan dan leren hoe hij er los van moet komen en zich baden in de weelde van de schepping Gods, in plaats van slechts een deel van God te zien en dat deeltje wat hij ziet het Al te noemen. Zodra hij veranderingen gewillig begroet, buigend wanneer de winden der omstandigheden door zijn wezen waaien, dan is hij op weg.

Tenslotte zal hij de wereld verlaten waarin mensen elkaar manipuleren, en onder de poort doorgaan naar een hogere harmonie. Als voorbereiding daarop moet hij de onbewuste, uit vorige levens stammende herinneringen aan fysieke problemen, die nog steeds als een last op hem rusten, iranscenderen en de kosmische ladder gaan beklimmen die hem brengt naar de vervulling van zijn ziel. Hij moet het wonder van alles wat hij ziet eren waarderen zonder zichzelf te verstrikken in de details van het hoe en waarom.
Zijn leven zal het einde van een idee vertegenwoordigen, net als het werk van Dante het einde van een literaire periode symboliseert. Wanneer hij dat accepteert, kan zijn levenswerk tot een groots hoogtepunt worden van alles wat er véér hem is geweest.

Hoewel zijn werk zich achter de schermen kan afspelen, is het goed mogelijk dat het onder de aandacht van het publiek komt. Hij moet ook leren dat de fysieke staat van zijn gezondheid geheel afhankelijk is van de zuiverheid en de stabiliteit van zijn innerlijke geest.
Dit is waarlijk de plaats van de maansknopen die de geest boven de stof aangeeft, en het leven zal een karmische overgang zijn van de materiële wereld naar, het bewustzijn van de oneindige geest.
Het teken dat de zuidelijke maansknoop bevat, geeft de wijze aan waarop vroegere incarnaties het individu er toe brengen zichzelf voornamelijk bezig te houden met fysieke zaken. Het teken dat de noordelijke maansknoop bevat, toont ons hoe hij zijn ziel nu kan transformeren tot de pure essentie van de Goddelijke Geest.