3-6-9




























Naar Zes gaan kan Drieën angst inboezemen, omdat ze zich daardoor aan iemand anders verplichten en er dus kans bestaat dat ze afgewezen worden. Echte intimiteit met anderen ervaren Drieën als buitengewoon bedreigend, omdat ze zijn gaan geloven dat louter hun beeld en prestaties van waarde zijn.
Ze hebben het idee dat hun authentieke zelf te onderontwikkeld en te kwetsbaar is om voor anderen de moeite waard te zijn.
Voor gezonde Drieën betekent de stap naar Zes evenwel dat ze, juist doordat ze zich aan iets of iemand buiten zichzelf verplichten, gaan beseffen dat hun waarde geenszins verminderd wordt, wanneer ze deel uitmaken van iets groters dan zichzelf. Door hun binding aan iets buiten zichzelf ontdekken integrerende Drieën dat ze, paradoxaal genoeg, gaan groeien als individu. Dankzij de identificatie met anderen kunnen stevige waarden wortel schieten.
Hun verbintenis met anderen stelt Drieën voorts in staat te doen waar ze zo bang voor zijn: anderen hun echte gevoelens en kwetsbaarheden laten zien. Wanneer Drieën naar Zes gaan, vinden ze de moed om hun angsten en ware emotionele behoeften te verkennen, en omdat ze dat vaak doen in een toegewijde relatie, ontdekken ze dat ze desalniettemin nog steeds geaccepteerd worden en daardoor een stevige basis hebben waarop ze hun authentieke zelf kunnen gaan ontwikkelen. (Een spirituele bekering kan in dit verband buitengewoon behulpzaam zijn.) Wat gezonde Drieën eveneens helpt naar Zes te gaan en daar te blijven, is de ervaring dat ze verliefd worden op iemand die duidelijk ontwikkelder is dan zijzelf Als een Drie anderen met wie hij niet wedijvert kan bewonderen en zich door hen bemind weet, hebben zijn relaties een echte kans van slagen. Wanneer hij eenmaal een toegewijde relatie heeft gevormd, haalt dat kwaliteiten in hem naar boven die hem waarschijnlijk zullen helpen gezond te blijven.
Wanneer ze de stap naar Zes zetten, maken Drieën zich er niet langer druk om of ze anderen imponeren met hun prestige, succes of status, evenmin verheerlijken ze zichzelf nog ten koste van anderen. Ze gebruiken al hun talenten om de waarde van anderen te bevestigen, wat ze in staat stelt hun eigen ware waarde te ervaren. Doordat ze leren dienend te werken aan zaken die hun niet noodzakelijkerwijs directe aandacht en lof opleveren, openen ze tot slot ook hun hart en ontdekken echte bronnen van zelfachting. Met anderen samenwerken aan gezamenlijke doelen schenkt ze diepe bevrediging en ze ontdekken dat hun toewijding aan anderen hun meer bevestiging, liefde en steun brengt dan hun najagen van succes en competitiviteit ooit zouden kunnen. Maar misschien wel het belangrijkst van al is dat ze er, zonder het zelf in de gaten te hebben, mee opgehouden zijn zich op hun eigen beeld te concentreren. En naarmate ze dit, stapje voor stapje, minder doen, komt hun ware zelf steeds meer tevoorschijn: in contact staan met de goedheid van het eigen hart vervult hen van meer vreugde en sereniteit dan ze in hun stoutste dromen hadden durven hopen.

Blz. 143 van Enneagram Basisboek, Riso/Hudson

Ik heb de drie bovenaan gezet omdat het type v/d geboortedag (21/3) de persoonlijkheid symboliseert waar wij ons meestal voornamelijk mee identificeren. Het is vergelijkbaar met de Ascendant en/of de positie van de Maan in je geboorte horoscoop. Het is dat wat je schijnt te zijn, zoals de Maan de Zon reflecteert.
De som van je geboortedatum, in jouw geval 27/9 is je karmische opdracht. Het is de potentie van je ware zelf. 
De Negen kun je alleen bereiken via de integratieweg van de Drie naar de Zes.


De dynamiek van de Negen

Profiel van de Negen

Gezond: is diep receptief, accepterend, niet zelfbewust, emotioneel stabiel en sereen. Heeft vertrouwen in zichzelf en anderen, voelt zich op z’n gemak met zichzelf en het leven, is onschuldig en eenvoudig. Is geduldig, zonder pretenties, goedaardig, integer aardig. / Is fantasievol en creatief, afgestemd op non-verbale communicatie. Optimistisch, geruststellend, steunend: heeft een helende en kalmerende invloed — bewerkstelligt harmonie in groepen en brengt mensen tot elkaar. Is een goede bemiddelaar, kan uitstekend synthetiseren en communiceren. Op z’n best: staat kalm en in zichzelf gecentreerd in het leven, ervaart zichzelf als autonoom, voelt zich vervuld: grote gemoedsrust en tevredenheid zijn mogelijk doordat hij zichzelf is en met zijn aandacht hij zichzelf is. Is n met zichzelf en kan daardoor, paradoxaal genoeg, dieper gaande relaties aangaan. Is levendiger, wakkerder, alerter op zichzelf en anderen.

Gemiddeld: begint zichzelf weg te cijferen en in te schikken, past zich aan, idealiseert anderen en ‘gaat mee’ met dingen teneinde conflict te vermijden. Heeft een ‘levensfilosofie’ die hem in staat stelt zijn angsten vlug te sussen. Dompelt zich onder in het vervullen van functies ten behoeve van anderen. Reageert onontvankeljk en zelfvoldaan, gaat problemen uit de weg en ‘veegt ze onder het tapijt’. Wordt passief en afstandelijk, reflecteert niet en is onattent. Het denken wordt nevelig en mijmerend en draait in toenemende mate uitsluitend nog om de eigen fantasieën, terwijl hij zich hoe langer hoe meer van de werkelijkheid afkeert en het bewustzijn van de buitenwereld verliest. Is emotioneel indolent, niet bereid zich met problemen bezig te houden: passief-agressief en onverschillig. / Begint problemen te bagatelliseren teneinde wrijvingen met anderen te vermijden en koste wat kost de lieve vrede te bewaren. Wordt fatalistisch en geresigneerd, maar is ook koppig en verweert zich tegen enige beïnvloeding. Geeft zich over aan wishful thinking en wacht op ‘wonderbaarlijke’ oplossingen. Schept ongewild en onbedoeld conflicten met anderen door zijn ontkenning en halsstarrigheid.

OUDERLIJKE ORIËNTATIE

Negens zijn verbonden met beide ouders. Ze identificeerden zich als kind sterk met de wensen en kwesties van zowel hun koesterende als hun beschermende figuur en hebben deze in hun psyche geïncorporeerd. Het gevolg is dat ze genoodzaakt zijn veel van hun mentale en emotionele energie te investeren in het bewaren van een zekere innerlijke harmonie tussen al deze identificaties. Hun innerlijke wereld is daardoor tot op grote hoogte als een staaltje koorddansen: op de een of andere manier moeten ze het voor elkaar boksen om bevredigend recht te doen aan hun identificatie met hun koesterende figuur, hun identificatie met hun beschermende figuur en hopelijk evenzeer met enkele van hun eigen behoeften.
Gezonde Negens zijn buitengewoon sensitief en open voor hun omgeving. Als kind absorbeerden ze veel van de mensen om zich heen, in de eerste plaats hun ouders. Groeiden ze op in een vredig, harmonieus gezin, dan waren de boodschappen en gevoelens die ze in zich opnamen relatief gemakkelijk te hanteren, terwijl ze voldoende aandacht kregen om in staat te zijn effectief met hun wereld om te gaan. Werd hun vroege jeugd daarentegen gekenmerkt door verscheuren- de conflicten en disfunctie, dan was het inhouden van alle pijnlijke en botsende gevoelens en boodschappen wel haast ondraaglijk, met als gevolg dat gemiddelde tot ongezonde Negens het zich aanleerden te dissociëren.

DE INTEGRATIERICHTING: DE NEGEN GAAT NAAR DRIE

Wanneer gezonde Negens naar Drie integreren, worden ze zelfverzekerd en geïnteresseerd in het maximaal ontwikkelen van zichzelf en hun talenten. Het bewaren van hun rust en vrede als ‘opperste gebod’ maakt plaats voor het verlangen om een beter mens te worden. Waren ze voorheen in feite niet meer dan louter aanwezig in de wereld, nu ontwikkelen ze zich tot een actieve, innerlijk geleide kracht. Omdat ze al gezond en bovenmatig evenwichtig zijn, leven ze niet langer via iemand anders. Evenmin hebben ze het nodig om zich aan conventionele rollen te conformeren als bron van hun zelfachting en identiteit. In plaats daarvan scheppen integrerende Negens zichzelf door op de gepaste wijze voor zichzelf op te komen. Ze zijn niet langer bang voor verandering. Ze worden flexibeler en plooibaarder en zijn volstrekt capabel om met de werkelijkheid om te gaan als zelfstandige, zich vanuit hun eigenheid opstellende personen.
Integrerende Negens zijn in verbinding gekomen met hun vitaliteit. Ze hebben, in freudiaanse termen, contact gemaakt met hun id, met de agressieve en instinctieve kant van zichzelf. Negens zijn altijd als de dood geweest voor hun agressieve impulsen, maar nu realiseren ze zich dat dat niet langer hoeft, aangezien deze impulsen niet per se destructief zijn, maar veeleer de motor tot hun zelfontwikkeling kunnen vormen.
Hun vrede wordt minder fragiel, omdat integrerende Negens ontdekken dat ze voor zichzelf kunnen opkomen zonder agressief te hoeven zijn tegenover anderen, zonder hun relaties in gevaar te brengen. Doordat hun zelfachting groter wordt, worden ook hun relaties volwassener en bevredigender. Een integreren- de Negen komt tot het besef dat hij zichzelf niet langer hoeft uit te vlakken om iemand te vinden met wie hij een relatie kan hebben. Door zichzelf te zijn (en te worden), trekt hij anderen aan, die de integrerende Negen vele malen interessanter en begeerlijker vinden dan ooit voorheen het geval was. Misschien gaan anderen zich, tot zijn eigen stomme verbazing, nu zelfs wel met hem identificeren, hem na te lopen, zich aan hém aan te passen. Hoewel integrerende Negens naar alle waarschijnlijkheid anderen ontmoedigen om afhankelijk van hen te zijn, doet deze ontwikkeling ze desalniettemin, en volkomen terecht, grote deugd.

DE DESINTEGRATIERICHTING: DE NEGEN GAAT NAAR ZES

Beginnend op niveau , zien we dat Negens onder stress bepaalde eigenschappen van gemiddelde tot ongezonde Zessen aan de dag beginnen te leggen. Gemiddelde Negens nemen afstand van de omgeving en verdringen hun angst teneinde in zichzelf een toestand van vredig evenwicht te kunnen bewaren. Wanneer de dingen om hen heen te veel spanning opleveren en hun afweer het niet meer kan bolwerken, beginnen ze de volle intensiteit van hun angstgevoelens te ervaren en kunnen reactief en onzeker worden, zoals gemiddelde Zessen. Voor het bewaren van hun gezondheid is het onontbeerlijk dat ze constructieve actie voor zichzelf blijven ondernemen en in contact blijven staan met hun gevoelens, maar naarmate ze verder afglijden langs de ontwikkeling niveaus neigen ze er in toenemende mate naar beide te doen op grillige, onevenwichtige manieren.
Op niveau 4 passen Negens zich in tal van opzichten aan bij de wensen en verwachtingen van anderen. Ze zetten hun eigen verlangens en oogmerken op een laag pitje en schikken zich naar andermans eisen teneinde het risico van conflict zo minimaal mogelijk te houden. Wanneer hun onbewuste angst toeneemt als gevolg van de omstandigheden, zouden ze de stap naar Zes kunnen zetten en zich in een heleboel ‘organisatorische activiteit’ kunnen storten. Net als gemiddelde Zessen proberen ze hun omgeving en hun relaties te stabiliseren teneinde hun veiligheid te vergroten. Ze kunnen gegrepen worden door een vlaag van keihard werken en investeren tijd en energie in activiteiten die naar hun gevoelen hun zekerheid en in het verlengde derhalve hun innerlijke rust zullen vergroten. Aan dergelijke activiteiten ligt nochtans geen positieve intentie ten grondslag, maar ze worden ingegeven door angst. Ze gaan zich daarnaast sterker identificeren met beschermers, supporters, groepen of ideeën die hun zelfvertrouwen vergroten en hun een gevoel van doel en richting geven.

uit: het enneagram basisboek van Riso & Hudson